Duurzame landbouw
Naast het zorgen voor een kwaliteitsvolle oogst en tevreden deelnemers, vindt boer Pieter-Jan het minstens even belangrijk om dit op een ecologisch verantwoorde manier te doen. Op het gehele bedrijf worden er geen sproeistoffen, pesticiden, kunstmest gebruikt.
Wel wordt er ingezet op tal van andere zaken die van de boerderij een sterk geheel maken.
✓ Stalmest, compost en groenbemesters voor een goede en gezonde bodem
✓ 400m gemengde haag met bloei en bessen voor insecten en kleine vogels
✓ 75m houtkant voor nestgelegenheid en voedsel voor dieren
✓ 20 knotwilgen voor hakselhout
✓ 35 fruitbomen tussen groenten: zorgen voor een betere vochthuishouding, fruit, …
✓ Bloemen voor nuttige insecten
✓ Insectenhotel
✓ Takkenwallen: huisvesting voor tal van dieren
✓ Veel nestkasten voor kleine vogels, torenvalken, uilen,…
✓ Grote diversiteit aan teelten
Door samen te werken met de natuur, te zorgen voor een zeer grote biodiversiteit worden ziektes ingeperkt en wordt er gezorgd voor een kwaliteitsvolle en gezonde oogst.
Biologisch
De boerderij heeft het bio-label en wordt hiervoor regelmatig gecontroleerd. Het label vindt Pieter-Jan bijzaak, het is zijn visie om duurzame groenten te telen die goed zijn voor mens en natuur die dan nog eens vol van smaak zijn en daar hoort biologisch te werk gaan automatisch bij.
Meer nog… in de biologische landbouw mogen er nog steeds heel wat “natuurlijke” producten gebruikt worden tegen ziektes en plagen. Pieter-Jan kiest ervoor om deze producten niet te gebruiken omdat door deze wel te gebruiken alles uit balans wordt gehaald.
Het is belangrijker om te zorgen voor diversiteit en te zorgen dat de bodem gezond is waardoor ook de planten een betere weerstand hebben, en dat is dan ook waar hij volop op inzet.
“Geen gezonde groenten zonder een gezonde bodem“
Op het veld kiest boer Pieter-Jan ervoor om de natuur zo weinig mogelijk te verstoren en de biodiversiteit te stimuleren. Uiteraard heb je altijd een impact als je aan landbouw wilt doen, en er opbrengst uit wilt halen.
Hoe zorgt de boer nu voor een gezonde bodem?
Als eerste zorgt hij ervoor dat de bodem zoveel mogelijk bedekt is. Dat kunnen levende planten zijn, maar ook dood mulch materiaal zoals bijvoorbeeld bladeren, stro, gemaaid gras, … Na een groenteteelt (die ook de bodem bedekt), zaait hij zo snel mogelijk een groenbemester in die dan ongeveer 6 maand blijft staan (de winterperiode).
Een groenbemester neemt het voedsel dat nog in de bodem zit op en zorgt ervoor dat de bodem bedekt is, minder snel uitdroogt, er geen (wind)erosie is, er geen voedingsstoffen uitspoelen, …
Afhankelijk van het soort groenbemester, vriest deze al dan niet kapot in de winter. De groenbemesters worden in de lente fijn gemaaid en ondiep ingewerkt. Dit gebeurt niet door te ploegen, want daardoor worden alle bodemlagen gekeerd. Dat zou gemakkelijk zijn, maar is zeker niet goed voor het bodemleven.
De ondiep ingewerkte groenbemester verteert en geeft voedsel aan de volgende teelt.
Er wordt heel wat op het veld geoogst dus er moeten ook zaken toegevoegd worden om de bodem niet uit te putten. Er wordt bemest met stalmest en/of compost. Beide stimuleren het bodemleven. Zo wordt geprobeerd de organische stof in de bodem te verhogen.
Om de bodem niet te veel uit te putten en bodemziektes minder kans te geven schuiven de groenteblokken elk jaar door. Het ene jaar staat er prei, het andere jaar staan er tomaten. Na 6 jaar groenten telen krijgt de blok rust en wordt er een groenbemester ingezaaid die 18 maanden blijft staan.
Er wordt dus enorm ingezet op groenbemesters en bodemverzorging zodat we op lange termijn nog steeds een goede samenwerking kunnen hebben met de bodem en kunnen smullen van de lekkere groenten en vruchten.
“Tijd om te planten!”
Veel insecten, veel oogst
Insecten… Veel mensen voelen het al kriebelen, maar zonder insecten zou er niet veel te eten zijn. Heel wat groenten en fruit moeten bestoven worden door insecten om oogst te geven.
Vele insecten hebben het steeds moeilijker. Ze krijgen pesticides over zich heen, vinden te weinig biodiversiteit, de droogte en hevige regenbuien geven stress, habitats verdwijnen, … Daarom legt Pieter-Jan een grote nadruk op veel soorten aanplantingen (heggen, bloei, bessen, …) en nestgelegenheden zodat de boerderij alvast niet zorgt voor een populatiedaling.
Uiteraard bestaan er ook insecten waarvan onze gewassen last hebben en die we liever niet te veel zien. Maar vaak zijn er ook nuttige insecten die de schadelijke ‘opruimen’. Zo eten lieveheersbeestjes en de larven ervan bladluizen, leggen sluipwespen hun eitjes in bladluizen, worden rupsen gevangen door vogels,… Muizen worden dan weer gepakt door torenvalken, uilen,…. Voor alles is er een duurzame oplossing. Vaak komt er een natuurlijke oplossing zonder iets te moeten doen (buiten het aanbieden van voedsel, nestgelegenheid,… aan nuttige insecten). Alles vormt samen een cyclus, het ene werkt het andere in de hand en dit wilt Pieter-Jan met ‘t Groenselveld zoveel mogelijk verbeteren en stimuleren.
Wil je graag meer weten? Kom dan alles te weten op een infomoment.